Goed kunnen lezen en schrijven zijn belangrijke vaardigheden en noodzakelijk om op een succesvolle manier verder te studeren, een loopbaan op te bouwen en te navigeren in onze maatschappij in uiteenlopende contexten : school, werk, vrije tijd, verkeer,… Taken zoals notities nemen, verslagen maken, mails opstellen en lezen, lezen van ondertitels zullen pas optimaal verlopen als ze met de nodige souplesse worden afgehandeld. Daarenboven beïnvloedt de vlotheid van het lezen en schrijven in sterkte mate het herkennings- en begripsproces. Het loont dus zeker de moeite om bij een hiermee gerelateerde hulpvraag een objectief beeld te krijgen van de lees- en spellingproblemen, de hardnekkigheid te achterhalen en een remediëring op punt te zetten.
Niet iedereen slaagt erin om het lees- en schrijfproces voldoende onder de knie te krijgen, wat vaak moeilijkheden en frustraties met zich meebrengt. Een diagnose maakt het mogelijk gelijksoortige problemen onder eenzelfde noemer te plaatsen (classificatie), en/of een indicatie te geven over een mogelijke handelingsgerichte aanpak, en/of kansen te creëren (faciliteiten) op schools vlak, waardoor de slaagkans verhoogt.
Het is oneerlijk en maatschappelijk schadelijk als leerlingen/studenten door een handicap niet het onderwijstype kunnen volgen dat bij hun capaciteiten past. Dit zien we vaak bij jongeren met dyslexie.
In het secundair onderwijs komt men gelukkig meer en meer tot differentiatie. Men is er zich steeds meer van bewust dat je de leerlingen tekort doet als je geen rekening houdt met hun bijzonderheden. Gelukkig kunnen jongeren met dyslexie en dysorthografie de laatste jaren beroep doen op een certificaat. Dit geeft hen de mogelijkheid hun voorkeursrichting te volgen en verplicht de scholen rekening te houden met deze handicap en faciliteiten toe te staan aan de leerling/student.
Om gelijke kansen te bieden werden STICORDI maatregelen uitgewerkt die recht geven op faciliteiten in het lager en secundair onderwijs. Ook in het hoger niet universitair onderwijs is men bereid met een certificaat rekening te houden.
STICORDI staat voor :
Stimuleer en motiveer : hun motivatie behouden en verhogen
Compenseer : bied leerlingen hulpmiddelen aan als ondersteuning
Remedieer : zorg voor remedial teaching of individuele begeleiding
Dispenseer : geef leerlingen een vrijstelling voor een aantal opdrachten
Kenmerken van een certificaat
- Er moeten recente onderzoekgegevens met een duidelijke diagnose voorhanden zijn. Bovendien moet het onderzoek worden uitgevoerd door een centrum dat gespecialiseerd is in leerstoornissen (TRIANGEL biedt die mogelijkheid).
- Gegevens over de voorgeschiedenis van het kind/jongere/volwassene moeten gekend zijn. Lees- en schrijfproblemen treden op in het lager onderwijs. Indien hiervan niets terug te vinden is op rapporten of indien de problemen nooit gesignaleerd werden, kan het om een zuiver spellingsprobleem (regelprobleem) gaan, dat niet verward mag worden met een dysorthografie.
- De leerling/student moet bereid zijn tot het volgen van logopedische therapie indien dit wordt geadviseerd. Indien dit niet het geval is, mag men veronderstellen dat het bekomen van een certificaat enkel tot doel heeft ‘getolereerd’ fouten te mogen schrijven.
- Het geven van faciliteiten aan een leerling/student is pas zinvol, wanneer deze een richting volgt aangepast aan zijn/haar mogelijkheden.
- Een dyslexiecertificaat moet niet hernieuwd worden.
- Een kind/jongere met hardnekkige lees- en spellingproblemen in de lagere school heeft waarschijnlijk ook problemen met vreemde talen in het voortgezet onderwijs, ook hiermee moet rekening gehouden worden.
- Bij het toekennen van een dyslexiecertificaat is het de bedoeling dat de invloed van de leerstoornis op de schoolse prestaties van de leerling/student wordt verminderd.
Aan de hand van die gegevens wordt een certificaat opgesteld en wordt aan de school een aantal maatregelen voorgesteld die de kansen tot slagen verhogen.
Aan de verwijsinstantie, het CLB, de ouders en de school van het kind wordt een exemplaar van het geschreven verslag toegezonden. In sommige gevallen is het volgen van therapie zinvol. Dit is afhankelijk van de hardnekkigheid van de fouten, het soort fouten en of de jongere vroeger reeds therapie volgde of niet.
De laatste tijd testen we meer jongeren boven de 16 jaar en volwassenen. Ook voor mensen die later gaan studeren of reeds in het beroepsleven staan kan een diagnose verhelderend zijn. We kunnen hen handvaten aanreiken waardoor het functioneren op werkvlak vlotter verloopt of waardoor het aanvatten van een nieuwe studie mogelijk wordt.
Eigenlijk zijn we nooit te oud om eindelijk eens werkt te maken van iets dat al jaren aan het sudderen is !