Bij de behandeling van kinderen met onaangepast gedrag bieden we 2 manieren van aanpak. Ofwel wordt een mediatietherapie opgestart en worden specifieke vaardigheden aan ouders aangeleerd om beter met hun kinderen te leren omgaan en hun gedrag te leren stimuleren naar aanvaardbaar gedrag. Ofwel wordt voor het kind een begeleiding opgestart.
Mediatietherapie
Na een uitvoerige analyse van het gedrag van zowel kinderen als ouders (door middel van observatieopdrachten), worden strategieën aangeleerd en vaardigheden ingeoefend, die dagelijks in de praktijk van de opvoedingssituatie kunnen worden gebruikt. De therapie verplaatst zich van de therapieruimte naar de huiskamer.
Welke problemen kunnen via mediatie aangepakt worden ?
Problemen bij kinderen zijn niet los te denken van de omgeving waarin ze leven en opgroeien. Bij opvoedingsproblemen gaat het dikwijls om moeilijk hanteerbaar gedrag van kinderen dat zich vooral thuis voordoet :
- zeuren
- dwars gedrag
- driftbuien
- steeds uit bed komen
- weigeren taken uit te voeren
- onzelfstandig gedrag
- eetstoornissen
- overmatig beroep doen op de hulp van ouders
- ruzie maken
Kinderen kunnen echter ook gebukt gaan onder problemen waar de omgeving van het kind niet zo rechtstreeks onder lijdt, maar die wel een stempel drukken op de sfeer of de werking van het gezin :
- hoofdpijn of buikklachten
- angsten (bv. faalangst)
- emotionele ontreddering of verwerkingsproblemen
- bij het verlies van een dierbare
- faalangst
- verlatingsangst
- nachtmerries
- dwanghandelingen
Mediatietherapie bestaat uit (minstens) twee gesprekken met enkel de ouders van het kind met moeilijkheden. Tijdens het eerste gesprek worden opdrachten en duidelijke richtlijnen naar aanpak van het ongewenste gedrag van hun kind besproken. Deze kan men hierna toepassen in het dagelijkse leven thuis. Na twee weken vindt er een terugkomsessie plaats, waarin de opdrachten besproken en eventueel aangepast worden. Vaak weten de ouders na deze twee gesprekken hoe ze ongewenst gedrag bij hun kind kunnen afbouwen en is verdere begeleiding niet meer nodig.