adhdADHD/ADD wordt beschouwd als ontwikkelingsstoornis. Dit wil zeggen een aandoening die reeds kan beginnen in de vroegste jeugd en zich in allerlei kritische fasen van het leven kan voortzetten en waarbij van een zekere cumulatie (opeenstapeling) van invloeden sprake kan zijn.

ADHD is een gedragsstoornis die wordt gekenmerkt door een concentratietekort (aandachtsstoornissen), impulsiviteit (ze handelen zonder eerst te overwegen wat de consequenties zijn) en/of hyperactiviteit (overactief).

Deze drie factoren komen bij veel kinderen voor en zijn tot op bepaalde hoogte normale verschijnselen. Bij ADHD zijn ze echter erg hardnekkig en zo sterk dat de ontwikkeling erdoor bedreigd wordt.

Als we horen of lezen over ADHD, is dat meestal met betrekking tot kinderen. Veel mensen weten echter niet dat ADHD ook bij volwassenen kan voorkomen. Sinds enkele jaren komt hierrond meer besef. Omdat ADHD vaak gepaard gaat met andere problemen kregen patiënten in de hulpverlening eerder diagnoses als angststoornis, alcoholverslaving, depressie, impulscontrole stoornis of een borderline persoonlijkheid. Omdat er echter geen diagnose ADHD werd gesteld, werden  de behandelingen vaak niet juist afgestemd, wat tot weinig resultaat leidde.

We onderscheiden drie subtypen

Type 1 : ADD : enkel aandachtsproblemen (geen hyperactiviteit/impulsiviteit). ADD wordt niet snel herkend bij kinderen. Kinderen met ADD vertonen immers veel minder storend gedrag dan de kinderen met de andere twee vormen. Deze kinderen vallen op door dromerig, apathisch gedrag en het feit dat ze meer dan gemiddeld moeite hebben om met een taak te beginnen en hun aandacht erbij te houden. Ze vergeten ook gemakkelijk en hebben moeite om zich goed te organiseren. Kinderen met ADD presteren onder hun niveau. Dat roept problemen op bij het leren en het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van hun zelfvertrouwen.

Type 2 : impulsiviteit en hyperactiviteit (geen aandachtsproblemen). Over dit subtype is nog weinig bekend. Het wordt vooral gezien bij kinderen jonger dan 7 jaar en zou een voorloper kunnen zijn van het gecombineerde type (type 3).

Type 3 : impulsiviteit, hyperactiviteit & aandachtsproblemen. Spreken we over ‘ADHD’, dan bedoelen we meestal dit type. Dit type komt het meest voor.

 

De symptomen starten op jonge leeftijd en komen in meerdere situaties voor (thuis, op school). De ontwikkeling of het functioneren van het kind wordt erdoor belemmerd. Bij het volwassen worden zien we vaak dat de ADHD overgaat in ADD en om die reden vaak minder snel wordt herkend.

 

Wat zijn de oorzaken van ADHD ?

ADHD is absoluut geen gevolg van een falende opvoeding. Een onregelmatig en onrustig, jachtig leven thuis en op school, kan echter de symptomen wel versterken. Datzelfde geldt voor voortdurende uitingen van vijandigheid, kritiek en afkeuring naar het kind, de jongere of de volwassene.

Een eenduidige oorzaak van ADHD kan niet worden geïdentificeerd, erfelijkheid speelt hierin een rol (± 75% volgens onderzoek). Uit onderzoek blijkt dat er in de hersenen van mensen met ADHD bepaalde processen niet optimaal verlopen. Meer bepaald betreft het een onevenwicht in de aanmaak van bepaalde boodschapperstofjes (transmitters) in de hersenen.

 

Prevalentie (voorkomen bij de bevolking)

De cijfers over het voorkomen van ADHD bij kinderen lopen nogal uiteen, afhankelijk van de diagnosecriteria en de onderzoeker. Geschat wordt dat tussen de 3 tot 20% van de Nederlandse bevolking kenmerken van ADHD vertonen. Bij volwassenen wordt dit geschat op ongeveer 1% van de volwassen bevolking (v.d. Kooij, 2002).

Jongens hebben drie tot viermaal vaker AD(H)D dan meisjes, terwijl bij volwassenen de verhouding elkaar benadert. Dit kan wijzen op onderdiagnostiek bij meisjes. AD(H)D gaat bij meisjes minder vaak gepaard met hyperactiviteit en agressief gedrag. Meisjes hebben meer internaliserende (naar binnen gekeerde) problemen zoals depressies. Jongens uiten hun gedrag meer externaliserend (naar buiten gekeerd of agressief gedrag).

Uit onderzoek blijkt dat bij kinderen met ADHD, ongeveer 30% het volledige pakket symptomen wordt meegenomen naar de volwassenheid en dat bij ongeveer 50-60% één of meer hinderlijke symptomen blijven bestaan. Concreet betekent dit dat ongeveer 1% van de volwassen bevolking ADHD heeft.

Veel voorkomende problemen bij personen met AD(H)D:

  • vergeetachtigheid
  • moeite met planning op lange termijn
  • vlug afgeleid
  • te veel taken opnemen en niet afmaken
  • slechte tijd-structuruatie
  • vaak op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen
  • nood hebben aan spanning
  • temperamentvol gedrag
  • stemmingswisselingen
  • problemen met sociaal contact
  • impulsieve beslissingen nemen
  • studies niet afmaken
  • vaak van job veranderen
  • problemen met geldbeheer
  • slaapproblemen
  • relatieproblemen
  • laag zelfbeeld en onzekerheid

Veel voorkomende bijkomende stoornissen bij personen met AD(H)D

  • gedragsstoornissen (bv. agressie)
  • angst- en stemmingsstoornissen
  • motorische onhandigheid (fijne en/of grove motoriek)
  • leerstoornissen
  • taal- spraakstoornissen op jonge leeftijd
  • autisme en verwante stoornissen

Het is uiteraard niet zo dat als je ADHD hebt, je automatisch al deze problemen hebt. Maar de kans om ze te ontwikkelen ligt wel wat hoger bij mensen bij ADHD. Naast rekening te houden met mogelijke zwaktes en problemen, is het ook belangrijk je je sterke kanten te leren kennen en benutten.

ADD Attention Deficit Disorder bij kinderen

ADD of aandachtstekortstoornis zonder hyperactiviteit, overwegend onoplettend type.

Kinderen met ADD hebben in veel mindere mate last van overbeweeglijkheid. Bij hen is dit meestal beperkt tot een bepaalde onrust. Ook zijn deze kinderen vaak wat traag en hebben startproblemen. Toch functioneren deze kinderen beneden hun niveau, doordat zij hun aandacht niet goed kunnen richten, omdat bij hen de concentratiestoornis het hoofdprobleem is. Concentratieproblemen kunnen leiden tot leerproblemen. In 60% van de gevallen heeft bijvoorbeeld een kind met ADD een specifieke lees- of rekenstoornis (Barkley, 1998; Gunning, 1998; Oudshoorn e.a., 1998; Paternotte, 1996).
Vaak zijn kinderen met ADD als baby erg rustig (te rustig) geweest en maken zij een trage indruk. Ze zitten bijvoorbeeld graag voor de tv, maar blijken bij navraag waar ze naar keken helemaal niet gevolgd te hebben. ADD lijkt vaker bij meisjes op te treden. Dit is mogelijk het gevolg van het feit dat meisjes van nature meer internaliserend (naar binnen toe/in zichzelf gekeerd) gedrag vertonen en jongens externaliserend gedrag vertonen.
Doordat er bij kinderen met een ADD geen of nauwelijks sprake is van hyperactiviteit worden zij niet opgemerkt of gediagnosticeerd, terwijl er wel degelijk sprake is van een stoornis.

Frustrated child with learning difficultiesDe diagnose bij kinderen gebeurt op basis van observatie en rapportage door ouders, leerkrachten, het kind zelf en informatie verkregen door eigen waarneming (vooral bij jongeren). Dit alles wordt ondersteund door een neurologisch onderzoek. Indien aangewezen kan er daarnaast een logopedisch en/of psychomotorisch onderzoek gepland worden.

In overleg met de psycholoog, de neuroloog, de logopedist en de psychomotorische therapeut wordt de diagnose gesteld.

Bij volwassenen vinden er observaties en gesprekken met de volwassene zelf plaats. Indien noodzakelijk worden de ouders en de partner geraadpleegd voor meer informatie over het functioneren van de cliënt nu en als kind. Verder worden een reeks neuropsychologische tests rond aandacht afgenomen en vindt er een neurologisch onderzoek plaats. Daarnaast wordt een psychomotorisch onderzoek afgenomen en wordt de concentratie geëvalueerd. Dit alles kan ondersteund worden door een neurologisch onderzoek.

 

Om een diagnose te stellen baseren we ons op de kenmerken van ADHD volgens de criteria van de DSM-V (internationaal classificatiesysteem voor diagnosticering)

 

Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (volgens DSM-V)

 

Aandachtstekort

Voor dit criterium dienen zes (of meer) van de volgende symptomen van aandachtstekort aanwezig te zijn gedurende ten minste zes maanden en dit in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau van het kind of de jongere :

 

  • slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in
  • schoolwerk, werk of bij andere activiteiten
  • heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
  • lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt
  • volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karweitjes af te maken of  verplichtingen op het werk na te komen (niet het gevolg van oppositioneel gedrag of van het  onvermogen om aanwijzingen te begrijpen)
  • heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
  • vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een
  • aanhoudende aandacht (langdurige geestelijke inspanning) vereisen (zoals school- of huiswerk)
  • raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bijvoorbeeld speelgoed,
  • huiswerk, potloden, boeken of gereedschap)
  • wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
  • is vaak vergeetachtig in zijn doen en laten (bij dagelijkse bezigheden)

 

Hyperactiviteit-impulsiviteit

Voor dit criterium dienen zes (of meer) van de volgende symptomen van aandachtstekort aanwezig te zijn gedurende ten minste zes maanden en dit in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau :

 

Hyperactiviteit

  • zit vaak met de handen te friemelen, met de voeten te schuiven en op zijn stoel te wiebelen
  • staat zo maar op (bv. in de klas of in andere situaties), terwijl verwacht wordt te blijven zitten
  • rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of   volwassenen kan dit beperkt blijven tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid)
  • heeft vaak moeite rustig mee te spelen of aan vrijetijdsactiviteiten deel te nemen.
  • is vaak “in de weer” of “draaft maar door”
  • praat vaak aan een stuk door

Impulsiviteit

  • gooit het antwoord er vaak al uit voor de vraag helemaal is gesteld
  • kan dikwijls niet op zijn beurt wachten, in een winkel, bij sport of spel of in groepssituaties
  • verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op

Bijkomende criteria zijn:

  • de ADHD is niet later dan op de leeftijd van zeven jaar begonnen
  • de symptomen treden in twee of meer situaties op (bv. thuis, op school, op het      werk of  de sportvereniging)
  • de stoornis veroorzaakt leed en beperking in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren
  • er is geen sprake van een zwaarder diagnose zoals pervasieve ontwikkelingsstoornis, psychose of manie (Koster van Goos, 1998).

Over de criteria en de bijkomende criteria zijn thans in wetenschappelijke kring vele discussies gaande, omdat er ook bijvoorbeeld mensen zijn waarbij de symptomen na het zevende jaar begonnen zijn.

 

Elk kind, bij wie het vermoeden bestaat van een ADHD of ADD problematiek, heeft recht op een uitgebreid multidisciplinair diagnostisch onderzoek. Bij Triangel gebeurt dit door een team dat bestaat uit een kinderpsychiater of neuroloog, een psycholoog, een psychomotorisch therapeut en soms een logopedist. De diagnosestelling wordt voorafgegaan door een uitgebreide intake. Via dit gesprek met de ouders, observatiegegevens vanuit de school en het scoren van vragen en observatielijsten krijgen we een eerste indruk over het functioneren van het kind. Een onderzoek naar de psychomotorische ontwikkeling, een intelligentie- onderzoek en een onderzoek naar de schoolse vaardigheden bezorgt ons de nodige aanvullende informatie.

 

Hoe verloopt het onderzoek ?

 

Een aanvraag voor een onderzoek doet u best telefonisch. We maken een afspraak voor een eerste gesprek nl. de intake. We bevragen de voorgeschiedenis, de vroegontwikkeling en de huidige symptomen die aanleiding zijn tot verder onderzoek. Bij volwassenen wordt eveneens de beroepsloopbaan bevraagd.

 

Observatiegegevens van school of CLB zijn steeds welkom. Komen er tijdens het intake gesprek voldoende argumenten naar voor om over te gaan tot een onderzoek naar de aanwezigheid van ADHD of ADD, dan starten we een onderzoek op. In sommige gevallen is de aanmeldingsklacht minder duidelijk en is het noodzakelijk andere psychische of ontwikkelingsproblematieken uit te sluiten.

 

In de meeste gevallen zijn volgende onderzoeken noodzakelijk :

 

  • Concentratieonderzoek : Binnen Triangel werd een testbatterij samengesteld die op een leeftijdsadequate wijze gegevens verzamelt over de diverse aspecten van concentratievaardigheid, geheugen en taakspanning.
  • Intelligentieonderzoek : We gaan na over welke cognitieve vaardigheden het kind beschikt, of er een discrepantie is tussen het verbale en performale deel van de intelligentie. Tevens zijn de observatiegegevens belangrijk.
  • Neurologisch onderzoek : Door de neuroloog worden een aantal testen uitgevoerd die noodzakelijk zijn om tot een waardevolle diagnose te komen en die tevens noodzakelijk zijn om een aantal andere problematieken uit te sluiten.
  • Aan de ouders en de school worden vragenlijsten meegegeven.
  • In sommige gevallen wordt een motorisch onderzoek geadviseerd, zeker wanneer er psychomotorische of ruimtelijke problemen werden gesignaleerd.
  • Mocht er als gevolg van de concentratieproblematiek een probleem rond schoolrijpheid of leermoeilijkheden optreden, dan wordt tevens een logopedisch onderzoek geadviseerd.
  • Wanneer alle onderzoeken werden uitgevoerd volgt een MDO* (multidisciplinair overleg) waarin de betrokken onderzoekers de verkregen informatie naast elkaar leggen en vergelijken.
  • Vervolgens wordt u uitgenodigd voor een eindbespreking waarin een eventuele diagnose wordt meegedeeld en krijgt u adviezen rond opvang, verdere begeleiding, schoolkeuze, GOn begeleiding enz.
  • Het verslag van het onderzoek wordt u bezorgd per post, na afloop van het gehele onderzoekstraject.

 

U krijgt binnen Triangel een ‘aanspreekpersoon’, dat is degene die verantwoordelijk is voor uw dossier, betrokken is bij het onderzoek en het MDO (multidisciplinair overleg) voorzit. In de meeste gevallen is dit een kinder- of volwassenenpsycholoog. Bij haar/hem kan u nadien ook terecht met uw vragen naar verdere begeleiding, schoolse problemen of opvoedingsvragen.

 

Wij werken nauw samen met het CLB en de school. In sommige gevallen nam het CLB reeds een intelligentieonderzoek af. Mits toestemming van de ouders vragen we de resultaten op. Indien deze van recente datum zijn, is het niet noodzakelijk dit onderzoek nogmaals uit te voeren.

 

Het eindverslag wordt verstuurd aan de ouders. Mits ouderlijke toestemming kan het verslag ook verstuurd worden naar de school, het CLB, de huisarts en de verwijsinstantie.

 

Wie komt in aanmerking voor onderzoek ?

 

Een diagnose is mogelijk vanaf de leeftijd van 6 jaar. De meeste testen die gebruikt worden, zijn genormeerd vanaf die leeftijd. Dit wil niet zeggen dat er voor die leeftijd geen diagnose gesteld kan worden.

Voor jongeren ouder dan 18 jaar worden leeftijdsadequate tests gebruikt. Dit houdt in dat de testafname op lager schoolniveau of secundair of volwassen niveau verschillend is.

 

Wat de intelligentie betreft, zijn er geen beperkingen, wij onderzoeken zowel hoog-, gemiddeld- als minderbegaafde kinderen en jongeren.

 

Woordverklaring

 

MDO : betekent multidisciplinair overleg. Nadat uw kind alle onderzoeken, noodzakelijk om tot een diagnose te komen, doorliep, wordt er een datum vastgelegd voor een MDO. Hierop zijn alle personen aanwezig die bij dit onderzoek betrokken waren. De testresultaten worden overlopen en er wordt na overleg al dan niet een diagnose gesteld. Dan pas wordt het verslag gefinaliseerd en kan u uitgenodigd worden voor een eindbespreking.

 

Wenst u voorafgaand aan het intakegesprek toch nog meer informatie dan kan u tijdens de werkdagen van 9.00u tot 12.30u en van13.30u 17.00u terecht op ons telefoonnummer 03.321.09.88 (Borsbeek/Mortsel).

Boy with Marker on Face

Eens de diagnose gesteld kan werd, men leren ermee om te gaan, het te aanvaarden en te begrijpen. Ondersteuning en begeleiding zijn daarbij erg belangrijk.
Bij Triangel kan je, in samenspraak met de therapeuten, opteren voor drie mogelijke interventies of een combinatie ervan.

Medicatie

Er is nog geen geneesmiddel of andere behandeling die ADHD geneest. Wel kunnen geneesmiddelen de symptomen verminderen.

De betrokken dokter/specialist kan medicatie voorschrijven. –

Diverse onderzoeken toonden aan dat de geobserveerde veranderingen bij sommigen aanzienlijk zijn: minder hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratiezwakte met een afname van de fysieke en verbale agressie en een verbeterde taakspanning. Doch ook met eventuele bijwerkingen dient rekening te worden gehouden bij de beslissing om medicatie te nemen. Medicatie wordt vooral gebruikt bij kinderen en dan meestal om het hyperactieve gedrag onder controle te krijgen. Voor volwassenen met AD(H)D worden meestal alternatieven gezocht. De effectiviteit van medicatie kan echter variëren tussen individuen en dient telkens uitvoerig besproken te worden met de betrokken arts.

 

Gedragstherapie

Tijdens gedragstherapie worden via systematisch belonen en straffen gewenste gedragingen versterkt en ongewenst gedrag afgezwakt. Deze interventies kunnen de kernsymptomen van ADHD duidelijk doen verminderen. De therapeut leert de ouders hoe ze met hun kind op een gezonde manier kunnen omgaan.

Bij volwassenen wordt er samen met de cliënt gezocht naar de uitlokkende factoren van het onaangepast gedrag, indien dit aanwezig is. Er wordt dan gezocht naar manieren om deze onder controle te houden. Verder worden er een reeks tips aangeboden rond het omgaan met de symptomen. Er wordt samen met de cliënt gezocht naar manieren om AD(H)D in hun leven te kunnen integreren zonder dat dit een storende factor hoeft te zijn. Indien mogelijk wordt tevens de naaste omgeving hierbij betrokken zodat ook zij nieuwe inzichten verwerven rond de problematiek en hoe ermee om te gaan.

 

Concentratietraining en impulscontrole

Tijdens de psychomotorische therapie wordt aandacht besteed aan het disfunctioneren van het kind. Door het aanleren van een zelf-instructiemethode wordt de taakspanning verhoogd. De kinderen krijgen meer inzicht in het eigen functioneren, wat daadwerkelijk bijdraagt tot succeservaringen. Hierdoor wordt hun zelfbeeld positief gestimuleerd waardoor hun schoolprestaties verbeteren en ze weer controle krijgen over hun eigen gedrag.

 

Voedingsondersteunende maatregelen

Steeds meer onderzoeken worden gepubliceerd die duidelijk aantonen dat, mits een aanpassing aan het dieet, er significante verbeteringen mogelijk zijn in de symptomen van ADHD. Volledig zal het hier niet mee opgelost zijn en het is zeker ook niet zo dat slechte voeding de oorzaak is van AD(H)D. Het is echter een factor die de aanwezige symptomen kan aanwakkeren en verergeren. Er wordt, indien gewenst, samen met de cliënt gekeken naar de voedingsgewoontes en er wordt overlegd op welke manier bepaalde aspecten kunnen worden aangepast.

 

Opvoedingsondersteuning

Voor ouders is het belangrijk te weten hoe ze met een kind met ADHD kunnen omgaan. Vaak zijn ze op zoek naar praktische adviezen die gemakkelijk toepasbaar zijn en effect hebben. Aan ouders wordt geleerd hoe ze consequent en vastberaden met hun kind kunnen omgaan zonder zich daar slecht bij te voelen. Hoe ze grenzen kunnen aangeven en ervoor kunnen zorgen dat die gerespecteerd worden. Ze leren te straffen, maar vooral te belonen. De voorgestelde begeleiding is afhankelijk van de individuele noden van het kind/de ouders en is aangepast aan de leeftijd.

Cogmedtraining:

Voor meer informatie rond cogmedtraining, kan u contact opnemen met onze dienst via het mailadres info@triangel-vzw.be.